Ruimtelijke ordening: Deel 1

Ruimtelijke ordening: Deel 1

Ruimte is schaars

De ruimte in Nederland is schaars. Er is onder meer ruimte nodig voor woningen, wegen, spoorlijnen, vliegvelden, bedrijventerreinen en natuur. De overheid stelt plannen op om de ruimte te verdelen en gebieden aan te wijzen voor bepaalde bestemmingen. Hoe schaars de ruimte dan ook mag zijn in Nederland, er vallen vele onderdelen en aspecten onder het brede domein van de ruimtelijke ordening. Deze aspecten moeten vervolgens toch allemaal hun eigen plekje in deze ruimte kunnen krijgen. Hoe dit in zijn werk gaat, staat hieronder toegelicht.

Ruimtelijke ordening en planologie

Planologie of ruimtelijke ordening blijft voor veel mensen die er niet mee te maken hebben een vaag begrip. Wat houdt ruimtelijke ordening nou precies in? Ruimtelijke ordening is het proces waarbij met een groot aantal spelregels de leefruimte planmatig wordt benut en ingericht. Daarbij wordt rekening gehouden met individuele en gemeenschappelijke belangen. Kortom, het zo goed mogelijk aan elkaar aanpassen van samenleving en ruimte. Er is dus sprake van een sociale en een fysieke component die gematcht dienen te worden. De wetenschapsgebieden die hierbij een rol spelen zijn planologie, landschapsarchitectuur en stedenbouw. Maar ook zaken als milieu en economie spelen een grote rol in de ruimtelijke ordening. Onder andere planologen wijzen deze aspecten in de steeds beperkter wordende ruimte aan en balanceren deze evenwichtig.

Ruimtelijke ordening en beleid

In het ruimtelijk beleid richt de overheid zich op de nationale belangen, zoals de versterking van de economie. Bijvoorbeeld door samen met andere overheden te zorgen voor een goed vestigingsklimaat. Een ander onderdeel is het in stand houden en beter benutten van hoofdnetwerken van wegen, waaronder spoor- en vaarwegen. Verbetering van de kwaliteit van water, bodem en lucht en het beschermen tegen wateroverlast en overstromingen in Nederland komt ook aan bod. Daarnaast schrijft dit beleid regels en maatregelen voor in relatie tot het behoud van unieke cultuur en natuur, zoals de werelderfgoederen. Bij alle ruimtelijke plannen streeft de overheid naar zorgvuldige afwegingen en heldere besluitvorming.

Gemeenten zijn verantwoordelijk voor woningbouw, bedrijventerreinen en de bouw van nieuwe plekken voor bedrijven. Het bestemmingsplan is het belangrijkste instrument voor de ruimtelijke ordening in een gemeente. Provincies voeren het landschapsbeleid uit. Het is hun taak om te zorgen voor voldoende groene ruimte in en rondom de steden. De Rijksoverheid controleert de gebiedsplannen van provincies en gemeenten. De plannen mogen niet botsen met belangen van het Rijk. Bijvoorbeeld met de functie van militaire terreinen of rijkswegen.

De Omgevingswet treedt begin 2022 in werking en wordt hiermee de wet voor de ruimtelijke ordening. Dit beleidsstuk is breed opgezet en alle facetten van de ruimtelijke ordening zijn hierin samengevoegd. De Omgevingswet vervangt hiermee de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en talloze andere wetten die gelieerd zijn aan ruimtelijke ordening.

Doelen voor ruimtelijke ordening

De overheden hebben gezamenlijk een aantal doelen met betrekking tot het opgestelde ruimtelijke beleid. Deze zijn in drie kerndoelen onder elkaar gezet. Ten eerste voor verbetering van de concurrentiekracht van Nederland, door;

1. Een aantrekkelijk vestigingsbeleid voor buitenlandse bedrijven te creëren.

Hiervoor moeten genoeg woningen, bedrijventerreinen en kantoren beschikbaar zijn. Vooral in stedelijke gebieden. Bijvoorbeeld gebieden rondom de haven van Rotterdam, de luchthaven Schiphol en Energyport in Groningen.

2. Het bieden van energiezekerheid

Voor economische groei is een betrouwbare energievoorziening belangrijk. De overheden richten hun aandacht onder meer op ruimte voor duurzame energie. Bijvoorbeeld met windmolenparken.

3. Ondergrondse ruimte en buisleidingen te faciliteren

Voor de bodem en ondergrond heeft het kabinet een Ontwerp Structuurvisie Ondergrond opgesteld. Overheden reserveren daarnaast ruimte voor buisleidingen. Deze kunnen gevaarlijke stoffen zoals gas en olie vervoeren. Hiervoor heeft het Rijk de Structuurvisie Buisleidingen (2012-2035) opgesteld.

Ten tweede zijn er ook doelen voor de verbetering van de bereikbaarheid, door;

1. De aanleg en het onderhoud van wegen

De overheid investeert tot 2028 zo’n € 25 miljard voor aanleg van snelwegen en rijks N-wegen. Veel wegen in de Randstad worden uitgebreid naar minimaal 2 keer 4 rijstroken.

2. Het slimmer benutten van bestaande infrastructuur

Bestaande wegen worden beter benut door slim gebruik te maken van infrastructuur. Door onder meer spitsstroken ruimer open te stellen en reizen buiten de spits te stimuleren, kan dit efficiënter ingericht worden. In het Programma Beter benutten staan alle (meer dan 250) maatregelen op een rij.

3. Het invoeren van de Nieuwe aanpak Bereikbaarheid

Er wordt onderzoek gedaan naar de mogelijkheden van nieuwe technologieën om sneller van A naar B te reizen. Bijvoorbeeld met Intelligente Transport Systemen (ITS). Zo kunnen auto’s die met elkaar en met de wegkant communiceren de wegen efficiënter gebruiken. Tegelijkertijd vergroten ze de verkeersveiligheid. Het Rijk onderzoekt dit met andere overheden, bedrijven en maatschappelijke organisaties.

Tot slot komen de doelen voor de verbetering van de leefomgeving, het milieu en het water, door;

1. Het beschermen van wederopbouwgebieden

De Rijksoverheid heeft 30 gebieden aangewezen die van nationaal belang zijn. Het gaat om wederopbouwgebieden uit de periode 1940-1965. Gemeenten leggen de bescherming van deze wederopbouwgebieden vast in bestemmingsplannen.

2. Maatregelen tegen overstromingen te nemen

Het kabinet neemt maatregelen om mensen en gebouwen te beschermen tegen overstromingen, onder andere via het Deltaprogramma.

3. Maatregelen voor kwaliteit bodem, water en lucht te nemen

De Rijksoverheid wil dat de bodemkwaliteit, waterkwaliteit en luchtkwaliteit blijven voldoen aan de (internationale) normen.

4. Een natuurnetwerk te ontwikkelen

Overheden organiseren ruimte voor natuur en verbindingen tussen natuurgebieden, zodat flora- en faunasoorten zich kunnen ontwikkelen en overleven.

Het MIRT

De Rijksoverheid werkt samen met andere overheden aan het veilig, bereikbaar en leefbaar houden van Nederland. Dit doen zij door te investeren in betere wegen, het spoor en waterwegen. Alle investeringen hiervoor staan in het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT).

Jaarlijks wordt het MIRT Overzicht als bijstuk van de begroting van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) op Prinsjesdag aan de Tweede Kamer aangeboden. In het MIRT zijn onder andere rijksprojecten en rijksprogramma’s opgenomen, waarmee wordt gewerkt aan de bereikbaarheid, veiligheid en ruimtelijke inrichting van Nederland. De rijksinvesteringen in het MIRT worden (hoofdzakelijk) bekostigd uit het Infrastructuurfonds (IF) (in de toekomst Mobiliteitsfonds) en het Deltafonds (DF). Concreet gaat het om (grote) infrastructurele en ruimtelijke projecten, bijvoorbeeld projecten als de Noord-Zuidlijn bij Amsterdam, de opwaardering van de vaarweg Lemmer-Delfzijl of het knooppunt A1-A30 bij Barneveld.

Met dit ruimtelijke beleid werken overheden samen aan een welvarend Nederland, zodat de ruimte correspondeert met onze wensen en benodigdheden op vlakken als wonen, werken en recreëren. Zo ontstaat er een bereikbaar vestigingsklimaat, met oog voor cultuur- en natuurwaarden met daarnaast aandacht voor lucht, bodem en water. In samenhang met de duurzame ontwikkeling in de realisatie van bijvoorbeeld projecten uit het MIRT en de energietransitie wordt de fysieke ruimte opnieuw gelijk getrokken met sociale componenten, op basis van kennis en innovatie, voortschrijdende inzichten en de vernieuwde levensstandaard van nu. Op deze manier kunnen bovenstaande doelen worden behaald.

Zie jij jezelf in dit vakgebied werken?