

Dat er hard gewerkt wordt om de afspraken uit het Klimaatakkoord te behalen is duidelijk. Wat minder duidelijk is, is het overzicht van wie wat doet om deze afspraken na te komen. Welke taken hebben de gemeenten, provincies en waterschappen? In deze driedelige serie blogs wordt duidelijk welke taken deze drie overheden hebben. Vandaag beginnen we met het eerste blog over de taken van de gemeente voor het Klimaatakkoord.
Duurzame energie opwekken
Gemeenten zullen in samenwerking met provincies moeten besluiten waar ze in hun gebied duurzame energie op gaan wekken. Ook met welke vormen dat gebeurt, hierbij kun je denken aan geothermie, zon, wind, etc. Deze besluiten worden niet zomaar genomen, er gaat een zorgvuldig onderzoeksproces aan vooraf. Welke vorm van duurzame energie past het beste bij deze gemeente? Waar gaan we deze vorm(en) van duurzame energie opwekken, en hoe slaan we deze energie op?
Verduurzamen
Eind 2021 moet elke gemeente de Transitievisie Warmte bekend hebben gemaakt. Hierin staat uitgewerkt welke wijk in welk jaar met verduurzaming aan de slag gaat. Door woningen en gebouwen te verduurzamen, zal de CO2-uitstoot verminderen. Gemeenten kunnen met energiecorporaties en lokale bedrijven diverse programma’s opzetten om huishoudens te stimuleren om energiebesparende maatregelen te nemen, en/of duurzame energie op te wekken. Op dit moment zijn er in verschillende gemeenten al zogenaamde proeftuinen. Dit zijn wijken die van het aardgas af gaan en dienen als voorbeeld om te leren hoe gemeenten uiteindelijk alle wijken in korte tijd van het aardgas af kunnen krijgen.
Samen met woningbouwcorporaties maken gemeenten afspraken voor (sociale) huurwoningen. Gemeenten kunnen hiermee sturen op het verduurzamen van de voorraad. Dit kan door een afspraak te maken dat al deze woningen binnen een vastgesteld termijn minimaal energielabel B moeten hebben.
Gemeenten moeten hierbij toezien op het naleven van de afspraken, maar ook op de samenhang tussen de verschillende plannen.
Daarnaast hebben gemeenten natuurlijk een voorbeeldfunctie en zullen zij hun eigen gebouwen ook moeten verduurzamen. Ook helpen de gemeenten mee aan het verduurzamen van de utiliteitsbouw, dit zijn alle gebouwen die geen woningen zijn. Voorbeelden zijn scholen, ziekenhuizen en kantoren.
Voor de 30 tot 40 grootste gemeenten van Nederland ligt er nog een specifieke extra taak. Zij moeten in 2020 emissievrije zones aanwijzen. Binnen deze zones is er geen uitstoot van schadelijke verbrandingsstoffen en -gassen, dus ook niet meer van CO2. Ook de agrarische gemeenten hebben een specifieke extra taak. Zij integreerden vanaf 2019 de klimaatafspraken in het stimulerings- en innovatiebeleid voor de landbouw. In die afspraken is onder andere geregeld dat ze biodiversiteit waarborgen, dat de stikstofdepositie vermindert en dat de eiwitvoorziening voor de mensen (bijvoorbeeld vlees) vaker uit plantaardige bronnen moet komen.
Financiële instrumenten
Gemeenten moeten het verduurzamen van gebouwen stimuleren. Zij kunnen dit doen door financiële instrumenten te ontwikkelen. Een voorbeeld is de energiebelasting, waarbij er een hogere belasting op gas komt en een lagere belasting op duurzame vormen van energie. Zo wordt de overstap naar duurzame energie gestimuleerd. Ook zijn er subsidies voor het installeren van warmtepompen en het verduurzamen van woningen.
Aanpassingen in het fysieke en sociale domein
Gemeenten hebben de taak om de fysieke leefomgeving leefbaar en prettig te houden. Door de fysieke leefomgeving aan te passen, kan er geanticipeerd worden op de klimaatverandering. Een voorbeeld is het aanleggen van parken voor een betere afvoer van regenwater. Ook kunnen aanpassingen in de fysieke leefomgeving duurzaam gedrag stimuleren. Door veilige fietsroutes aan te leggen, zullen inwoners sneller de fiets pakken. Door veel laadpalen te plaatsen, zijn mensen eerder geneigd om over te stappen op een elektrische auto. Daarnaast hebben gemeenten de taak om datgene wat ze nog gaan bouwen, op zo’n duurzaam mogelijke manier te doen. Daarom wordt innovatie gestimuleerd, zodat er onderzocht kan worden op welke manieren men het meest duurzaam kan bouwen.
Maar ook in het sociale domein liggen taken voor de gemeenten. Zo komen de kosten van de energietransitie vaak onevenredig terecht bij de inwoners met lagere inkomens. De inwoners met hogere inkomens profiteren vaak, bijvoorbeeld door de verschillende subsidies op het aanleggen van zonnepanelen op het eigen dak. Bij de gemeenten ligt dus de taak om dit soort kansen aan alle huishoudens te bieden en waar mogelijk ook de kosten niet onevenredig te verdelen over de inwoners.
Samenwerken
Een andere grote taak van de gemeenten is om veel samen te werken met haar inwoners, maatschappelijke organisaties en bedrijven. Omdat er lokaal veel geregeld en bepaald moet worden met betrekking tot het nakomen van de afspraken van het Klimaatakkoord, is het nuttig om dit in overleg met andere belanghebbenden te doen. Door samen te werken met inwoners, maatschappelijke organisaties en bedrijven, kan er veel kennis gedeeld worden. Zo komt men tot creatieve oplossingen en ontstaat er meer draagvlak voor de veranderingen. Dit samenwerken komt terug in alle bovenstaande taken van de gemeente.
Al met al liggen de meeste taken met betrekking tot het Klimaatakkoord bij de gemeenten. Dit is besloten, omdat om de afspraken van het Klimaatakkoord na te komen, het het beste werkt om lokaal aan het werk te gaan. Daardoor zijn er veel taken naar de gemeenten gegaan. Zij staan het dichtste bij de burgers van alle overheden en hebben de kleinste werkgebieden. Gelukkig staan de gemeenten er niet alleen voor. Veel gemeenten werken samen met andere gemeenten, provincies, waterschappen en het Rijk. Zo kunnen zij van elkaar leren en kennis en ervaringen delen.