

Een transitie is een structurele fundamentele onomkeerbare verandering die het resultaat is van op elkaar inwerkende en elkaar versterkende ontwikkelingen. Zo zijn er vele transities geweest in het verleden, zowel op economisch, cultureel en sociaal vlak. Op dit moment is de energietransitie de meest in het oog springende verandering. Maar hoe gaat dit eruit zien? Wat houden deze veranderingen in? Hieronder zullen deze vragen beantwoord worden.
Energiedragers
Onze energiebehoefte groeit. Met talloze (nieuwe) elektrische apparaten per huishouden en de elektrificatie van de industrie stijgt de vraag naar energie. Tot op heden wordt nog veel energie opgewekt door het gebruik van fossiele brandstoffen, zoals olie, gas en kolen. Deze brandstoffen worden voornamelijk onttrokken aan de planeet. Naast dat dit een grote impact heeft op de aarde, is de voorraad van dit soort brandstoffen ook eindig. Dat wil zeggen dat met de stijgende behoefte aan energie, deze brandstoffen op termijn op zullen raken.
Verder komt bij de verbranding van fossiele brandstoffen, om energie op te wekken, substantiële hoeveelheden CO2 vrij. Hierdoor warmt de aarde verder op. Dit heeft extremer weer, degradatie van de natuur en het uitsterven van plant- en diersoorten tot gevolg. Bovendien is het slecht voor onze eigen gezondheid, onder andere vanwege het negatieve effect van de verbranding van fossiele brandstoffen op de luchtkwaliteit. Fijnstof en roet wat daarbij vrijkomt, zorgt namelijk voor luchtverontreiniging en potentiële smog.
Genoeg redenen om de knop om te zetten, tijd voor verandering dus. In plaats van fossiele brandstoffen te gebruiken, gaan we toe naar hernieuwbare energie. Energie vanuit zon, wind en water(stof) bijvoorbeeld. Verder zijn groene stoom, aardwarmte en milieuvriendelijke biomassa schone energiedragers. Kortom, het is tijd om de energietransitie in gang te zetten.
Complexe energietransitie
Doordat onze huidige energievoorziening door de jaren heen is ontwikkeld en vele (economische) activiteiten hiervan afhankelijk zijn, is er sprake van een complex systeem. Het is onmogelijk om van de een op de andere dag over te gaan op schonere energiedragers.
Vanwege het complexe systeem, kost de energietransitie veel tijd en moeite en gaat dit cyclische proces door verschillende fases. We zitten nu in een fase waarbij het probleem en het doel, zoals hierboven beschreven, voor het grootste deel van de samenleving duidelijk is. De manier waarop de energietransitie het beste plaats kan vinden, staat vaak nog wel open voor discussie. Maar met de komst van het Klimaatakkoord in Nederland, op basis van het overeengekomen Klimaatverdrag van Parijs uit 2015, is de route van de energietransitie zichtbaarder en zijn er diverse scenario’s en maatregelpakketten uitgewerkt.
Op verschillende schaalniveaus wordt gewerkt aan projecten om de energietransitie verder in gang te zetten. Voorbeelden zijn de industrie die transformeert naar zero-emission, de aanleg van grootschalige windparken op zee en de groene burgerinitiatieven die uit de grond schieten en leiden tot lokaal opgewekte energie. Uiteindelijk zullen deze vaak onderling gescheiden ontwikkelingen samensmelten tot een nieuw energiesysteem bestaande uit duurzame onuitputtelijke energiebronnen.
Energielandschappen
Deze energietransitie is niet de eerste in de geschiedenis. Er zijn eerder veranderingen geweest in onze energievoorziening. De opwekking en productie van energie heeft een sterke connectie met de ruimte. Door de jaren heen zijn er blijvende zogeheten energielandschappen ontstaan, die ons de energie leveren die we dagelijks gebruiken.
Traditionele energieopwekking werd vroeger opgezet door de winning van veen voor de, op turf gebaseerde, energievoorziening. Hierdoor ontstonden grote veenontginningsgebieden, gekenmerkt door vele plassen in het landschap. Oftewel, de eerste generatie energielandschappen. Verder behoort ook de mijnbouw in bijvoorbeeld Limburg tot deze eerste generatie.
De tweede generatie energielandschappen bestond hoofdzakelijk uit jaknikkers en boortorens, voornamelijk in de omgeving van Groningen en Drenthe, voor de winning van aardolie en aardgas.
Geleidelijk ontstaat nu de derde generatie energielandschappen, waarbij zonne- en windparken de voornaamste objecten zijn in de ruimte. Aangezien deze vormen van energieopwekking grootschaliger en zichtbaarder aanwezig zijn, zullen deze meer of ongewenste ruimte innemen in vergelijk met de voorgaande generaties. Het is daarom van groot belang om deze opweklocaties goed in het landschap in te passen zodat deze niet storend zijn of voor overlast zorgen voor omwonenden. Een behoorlijke planologische uitdaging!
Inrichting energietransitie
Daarom is het van belang om draagvlak te creëren zodat veel mensen de noodzaak van de ontwikkelingen zien. Op deze manier ontstaat de minste weerstand, bijvoorbeeld gericht tegen windturbines en zonneparken. Dit kan bereikt worden door burgers in het vroege stadium actief te betrekken bij projecten. Het belangrijkste is het blijven benadrukken dat energie niet vanzelfsprekend is. Door de jaren heen wordt dit namelijk steeds vaker als vanzelfsprekendheid gezien, iets wat altijd maar uit de muur komt.
Bewustwording
De bewustwording van klimaatverandering is over het algemeen wel aanwezig dus nu is het nodig om bewustwording van energie te vergroten. Hier ligt namelijk het begin van energietransitie. Burgers kunnen gestimuleerd worden om zelf positieve veranderingen in gang te zetten. Er zijn vele groene ontwikkelingen gaande waarbij er bijvoorbeeld dorpen zijn die inmiddels succesvol energieneutraal geworden zijn. Als deze ontwikkelingen gestimuleerd worden door de overheid, onder andere met behulp van subsidies, dan hebben deze activiteiten meer kans van slagen. Daarom is het ook ontzettend belangrijk om als overheid deze ontwikkelingen te blijven steunen en faciliteren.
De beweging vanaf onderop is de kern, in plaats van een domineerde overheid die ontwikkelingen van bovenaf oplegt. Bijkomend zijn de vraagstukken van energiebesparing, bijvoorbeeld per huishouden of in bedrijfsprocessen, en energieopslag erg relevant binnen deze energietransitie. Dit principe geldt hetzelfde bij de ontwikkelingen in de industrie en het bedrijfsleven. In het vervolg zullen twee concrete voorbeelden, van de nieuwe generatie energielandschappen in het perspectief van de burger en de industrie, geschetst worden.
Werk aan de winkel!
In 2019 was het aandeel van hernieuwbare energie 8,6% van de totale energieproductie. Een groei van 13% ten opzichte van een jaar eerder, vooral te wijten aan de toename van zonne-energie. We gaan dus de goede kant op. Maar de doelen voor het Klimaatakkoord zijn grotendeels nog niet in zicht, dus er is nog veel werk aan de winkel!